Hibernatie / Winterslaap
20-12-2022
Winterslaap wordt ook wel hibernatie genoemd. Hibernatie is eigenlijk een nauwkeurigere term dan winterslaap aangezien sommige diersoorten zich in deze staat bevinden buiten de winterperiode. Wanneer een dier in de zomer in een staat van hibernatie verkeert, wordt dit estivatie of zomerslaap genoemd.
Hibernatie is een staat van minimale (metabolische) activiteit. Vroeger werd het begrip hibernatie gebaseerd op een absolute daling van de lichaamstemperatuur (vaak meer dan 32 °C). Tegenwoordig wordt dit gebaseerd op de daling van het metabolisme. Tijdens de hibernatie vertragen verschillende processen in het lichaam: lichaamstemperatuur, stofwisseling, ademhalingsritme en hartritme. Het nut van hibernatie is dat een dier tijdens voedselarme periodes (zoals de winter) kan overleven zonder veel energie te hoeven besteden aan het verzamelen van voedsel.
Tijdens de hibernatie wordt voornamelijk lichaamsvet gebruikt als energiebron. Dit vet wordt opgespaard tijdens de actieve periode van het jaar. Daarnaast kunnen sommige diersoorten (zoals de arctische grondeekhoorn) voedingstoffen recyclen in het lichaam. Onderzoek liet zien dat deze soort tijdens de kou zijn spiervezels kan afbreken waardoor stikstof vrijkomt. Deze stikstof kan worden omgezet in aminozuren en vervolgens in eiwitten waardoor het lichaamsweefsel intact gehouden kan worden (bron).
Hoelang de winterslaap duurt hang af van de diersoort, variërend tussen een paar dagen tot vele maanden. Sommige dieren slapen gedurende de hele hibernatie, terwijl andere gebroken periodes slapen. Dit komt door de verschillende soorten hibernatie:
Verplichte hibernatie
Dit zijn dieren die jaarlijks op vaste momenten in hibernatie verkeren ongeacht de omgevingstemperatuur en/of hoeveelheid voedsel. Deze soorten ondergaan een ‘traditionele’ hibernatie: een lichaamsstaat waarin de lichaamstemperatuur flink daalt samen met het ademhalings- en hartritme. Soorten die in deze groep vallen zijn o.a.: reptielen, amfibieën, vleermuizen, egels, (veel) knaagdieren en enkele insectivoren.
Optionele hibernatie
Dit zijn dieren die alleen in hibernatie verkeren als gevolg van een stressor uit de omgeving. Denk hierbij aan stress door kou, voedsel tekort of beide. Soorten binnen deze groep ondergaan zowel ‘traditionele’ als ‘niet-traditionele’ hibernatie, afhankelijk van hun lichaamstemperatuur of metabolische activiteit. Soorten die in deze groep horen zijn: sommige primaten (bv. dwerg maki’s), prairiehonden en beren. Van beren wordt onterecht wel gedacht dat ze een ‘traditionele’ hibernatie houden. Het gaat hierbij om een winterrust; de hartslag vertraagt weliswaar, maar de lichaamstemperatuur blijft vrij constant. Een beer kan dan ook gemakkelijk wakker worden gemaakt.
Hibernatie in gevangenschap
Voor een dierentuin is het niet gunstig om een lange periode van het jaar geen zichtbare dieren te hebben. Echter komt hibernatie bij dieren in gevangenschap maar weinig voor. Vaak is de duur van de hibernatie dan sterk verkort van enkele maanden tot slechts enkele weken. Hierdoor kan het dieet van een dier ook afwijken van het natuurlijke voedingspatroon. Om hiervoor te compenseren hebben dierentuinen vaak een speciaal ‘bulk’ programma in de maanden voor de natuurlijke winterslaap. Zo kunnen de dieren energiereserves opslaan in het lichaam om tijdens deze verkorte hibernatieperiodes te verbruiken.
Daarnaast worden ook steeds meer seizoensdiëten toegepast om de natuurlijke variatie in het dieet na te bootsen. In 2021 gaf Marcus Clauss een presentatie (link) over het werk van Charles Robbins waarin het concept van seizoensdiëten besproken wordt. Samengevat kunnen zowel de samenstelling van het dieet als de hoeveelheid worden aangepast om verschillende seizoenen na te bootsen. Twee voorbeelden hiervan zijn te zien in de onderstaande grafieken voor verschillende beersoorten. Deze manier van voeren simuleert de beschikbaarheid van voedsel door het jaar heen.
Bron: (link)
Een praktisch voorbeeld hiervan is een onderzoek vanuit San Diego Zoo (link). Hier was het doel om beren meer seizoensgebonden diëten te voeren om zo beter seizoensgebonden lichamelijke veranderingen na te bootsen. Na een jaar bleken de beren dubbel zoveel gewichtsvariatie te hebben, wat dus beter overeenkomt met de natuur.
Bron: (link)
Desondanks dat dit concept opkomend is, is het nog belangrijker om te kijken naar het individu. Pas het dieet en de voerfrequentie aan op het individu. Daarnaast zijn de bovenstaande grafieken slechts voorbeelden en is het afhankelijk van de soort en het individu wat het ideale dieet is.
Ga terug